Campus

24 Uur nummer één

De hockey-ondervereniging van het Corps is de op twee na oudste hockeyclub van Nederland. Op 15 november bestond de club honderd jaar.


1 Aanvoerder Spoelstra wordt op de schouders genomen nadat het team in 1958 landskampioen is geworden

Op de dag van het lustrum, dat zaterdag 14 november met een groot gala gevierd werd, was het dubbel feest voor de hockeyers. Niet alleen bestond de club honderd jaar, het team van Heren 1 stond ook nog eens vierentwintig uur lang op de eerste plaats in de overgangsklasse. De overgangsklasse is de divisie net onder de hoofdklasse, het hoogste competitieniveau in Nederland.

Speciaal voor het eeuwfeest mochten de wedstrijden van Heren 1 en Dames 1 op zaterdag in plaats van op zondag gespeeld worden zodat ook de spelers in de hoogste teams onbezorgd deel konden nemen aan de festiviteiten. Voor deze wedstrijden werd ook een oude traditie in ere hersteld – oud-leden van de hockeyclub werden aangeschreven om als publiek te dienen. ,,Vroeger werd dat voor elke wedstrijd gedaan”, vertelt Foppe Mijnlieff, de huidige president van de club. ,,Je ziet ook op oude foto’s dat er toen altijd veel toeschouwers waren.”

Het begon allemaal op vijftien november 1898. Toen werd de hockey-ondervereniging op het Corps opgericht. Vijf dagen later meldde de club zich aan bij de Hockeybond – die toen net twee dagen bestond. De Delftsche studenten hockey club (DSHC) is daarmee de twee na oudste van Nederland, na Amsterdam en Bloemendaal.

De club heeft er nog even over gedacht het predikaat ‘koninklijk’ aan te vragen. ,,Vroeger werd iedere vereniging die honderd jaar was automatisch koninklijk”, weet Hendrik Moorrees, de hockey-vice-president. ,,Maar sinds kort heeft de koningin besloten dat alleen sportbonden zich mogen aanmelden. Alleen de hockeyclub van Amsterdam, uit 1892, was nog op tijd.”
Boxershort


2 DSHC-team uit 1925

Het grootste succes voor de DSHC was het Nederlands kampioenschap in 1958. ,,Het herenteam dat toen kampioen werd is sinds die tijd behoorlijk close. Ze zien elkaar nog minimaal twee keer per jaar”, vertelt Mijnlieff. ,,En tot een aantal jaren terug speelden ze ook één keer per jaar een wedstrijd tegen het team van Heren 1”, vult Moorrees aan. ,,Maar tegenwoordig spelen toch andere oud-leden tegen Heren 1 om de zogenaamde Piet Reedijk Bokaal.”

Het kampioensteam van ’58 was voltallig aanwezig tijdens het lustrumfeest en bewees daar zich ook nog een andere traditie te kunnen herinneren. ,,Bij het team van Heren 1 wordt er na elke wedstrijd een ‘Man of the match’ gekozen”, weet Bram Ledeboer, senaatspresident van het Corps. ,,Voor zijn prestaties krijgt hij een boxershort uitgereikt. Om die aan te kunnen trekken moet hij natuurlijk eerst zijn broek uitdoen. Terwijl hij dat doet, staat de rest van het team om hem heen en zingt het hockeylied. Tijdens de festiviteiten werd door het team van ’58 een onderbroek uitgereikt aan de man van de wedstrijd van die zaterdag.”

,,Het spelletje is sinds de tijd van het kampioensteam wel behoorlijk veranderd”, meent Mijnlieff. ,,De keeper van dat team had een bril, en daarover paste het keepersmasker niet. Dus tijdens wedstrijden had hij de bril niet op. Daardoor zag hij altijd pas op het laatste moment dat de tegenstander er aan kwam. Tegenwoordig is het spel door de invoering van kunstgras zo veel sneller dat dat niet meer zou kunnen.”

Maar nog steeds is de DSHC de meest succesvolle studenten hockeyclub. De teams van Heren 1 en Dames 1 spelen sinds twee jaar allebei in de overgangsklasse. Volgens Mijnlieff komt dat onder meer omdat de hockeyers vaak worden onderschat door hun tegenstanders. ,,Als teams tegen ons moeten spelen denken zij: ‘Delftse studenten, laten we hopen dt ze gisteravond een feest hebben gehad.’ Onze spelers zijn een stuk professioneler geworden. Alleen hebben de tegenstanders dat nog niet door. Misschien is dat wel ons sterkste punt.”

,


1 Aanvoerder Spoelstra wordt op de schouders genomen nadat het team in 1958 landskampioen is geworden

Op de dag van het lustrum, dat zaterdag 14 november met een groot gala gevierd werd, was het dubbel feest voor de hockeyers. Niet alleen bestond de club honderd jaar, het team van Heren 1 stond ook nog eens vierentwintig uur lang op de eerste plaats in de overgangsklasse. De overgangsklasse is de divisie net onder de hoofdklasse, het hoogste competitieniveau in Nederland.

Speciaal voor het eeuwfeest mochten de wedstrijden van Heren 1 en Dames 1 op zaterdag in plaats van op zondag gespeeld worden zodat ook de spelers in de hoogste teams onbezorgd deel konden nemen aan de festiviteiten. Voor deze wedstrijden werd ook een oude traditie in ere hersteld – oud-leden van de hockeyclub werden aangeschreven om als publiek te dienen. ,,Vroeger werd dat voor elke wedstrijd gedaan”, vertelt Foppe Mijnlieff, de huidige president van de club. ,,Je ziet ook op oude foto’s dat er toen altijd veel toeschouwers waren.”

Het begon allemaal op vijftien november 1898. Toen werd de hockey-ondervereniging op het Corps opgericht. Vijf dagen later meldde de club zich aan bij de Hockeybond – die toen net twee dagen bestond. De Delftsche studenten hockey club (DSHC) is daarmee de twee na oudste van Nederland, na Amsterdam en Bloemendaal.

De club heeft er nog even over gedacht het predikaat ‘koninklijk’ aan te vragen. ,,Vroeger werd iedere vereniging die honderd jaar was automatisch koninklijk”, weet Hendrik Moorrees, de hockey-vice-president. ,,Maar sinds kort heeft de koningin besloten dat alleen sportbonden zich mogen aanmelden. Alleen de hockeyclub van Amsterdam, uit 1892, was nog op tijd.”
Boxershort


2 DSHC-team uit 1925

Het grootste succes voor de DSHC was het Nederlands kampioenschap in 1958. ,,Het herenteam dat toen kampioen werd is sinds die tijd behoorlijk close. Ze zien elkaar nog minimaal twee keer per jaar”, vertelt Mijnlieff. ,,En tot een aantal jaren terug speelden ze ook één keer per jaar een wedstrijd tegen het team van Heren 1”, vult Moorrees aan. ,,Maar tegenwoordig spelen toch andere oud-leden tegen Heren 1 om de zogenaamde Piet Reedijk Bokaal.”

Het kampioensteam van ’58 was voltallig aanwezig tijdens het lustrumfeest en bewees daar zich ook nog een andere traditie te kunnen herinneren. ,,Bij het team van Heren 1 wordt er na elke wedstrijd een ‘Man of the match’ gekozen”, weet Bram Ledeboer, senaatspresident van het Corps. ,,Voor zijn prestaties krijgt hij een boxershort uitgereikt. Om die aan te kunnen trekken moet hij natuurlijk eerst zijn broek uitdoen. Terwijl hij dat doet, staat de rest van het team om hem heen en zingt het hockeylied. Tijdens de festiviteiten werd door het team van ’58 een onderbroek uitgereikt aan de man van de wedstrijd van die zaterdag.”

,,Het spelletje is sinds de tijd van het kampioensteam wel behoorlijk veranderd”, meent Mijnlieff. ,,De keeper van dat team had een bril, en daarover paste het keepersmasker niet. Dus tijdens wedstrijden had hij de bril niet op. Daardoor zag hij altijd pas op het laatste moment dat de tegenstander er aan kwam. Tegenwoordig is het spel door de invoering van kunstgras zo veel sneller dat dat niet meer zou kunnen.”

Maar nog steeds is de DSHC de meest succesvolle studenten hockeyclub. De teams van Heren 1 en Dames 1 spelen sinds twee jaar allebei in de overgangsklasse. Volgens Mijnlieff komt dat onder meer omdat de hockeyers vaak worden onderschat door hun tegenstanders. ,,Als teams tegen ons moeten spelen denken zij: ‘Delftse studenten, laten we hopen dt ze gisteravond een feest hebben gehad.’ Onze spelers zijn een stuk professioneler geworden. Alleen hebben de tegenstanders dat nog niet door. Misschien is dat wel ons sterkste punt.”


1 Aanvoerder Spoelstra wordt op de schouders genomen nadat het team in 1958 landskampioen is geworden

Op de dag van het lustrum, dat zaterdag 14 november met een groot gala gevierd werd, was het dubbel feest voor de hockeyers. Niet alleen bestond de club honderd jaar, het team van Heren 1 stond ook nog eens vierentwintig uur lang op de eerste plaats in de overgangsklasse. De overgangsklasse is de divisie net onder de hoofdklasse, het hoogste competitieniveau in Nederland.

Speciaal voor het eeuwfeest mochten de wedstrijden van Heren 1 en Dames 1 op zaterdag in plaats van op zondag gespeeld worden zodat ook de spelers in de hoogste teams onbezorgd deel konden nemen aan de festiviteiten. Voor deze wedstrijden werd ook een oude traditie in ere hersteld – oud-leden van de hockeyclub werden aangeschreven om als publiek te dienen. ,,Vroeger werd dat voor elke wedstrijd gedaan”, vertelt Foppe Mijnlieff, de huidige president van de club. ,,Je ziet ook op oude foto’s dat er toen altijd veel toeschouwers waren.”

Het begon allemaal op vijftien november 1898. Toen werd de hockey-ondervereniging op het Corps opgericht. Vijf dagen later meldde de club zich aan bij de Hockeybond – die toen net twee dagen bestond. De Delftsche studenten hockey club (DSHC) is daarmee de twee na oudste van Nederland, na Amsterdam en Bloemendaal.

De club heeft er nog even over gedacht het predikaat ‘koninklijk’ aan te vragen. ,,Vroeger werd iedere vereniging die honderd jaar was automatisch koninklijk”, weet Hendrik Moorrees, de hockey-vice-president. ,,Maar sinds kort heeft de koningin besloten dat alleen sportbonden zich mogen aanmelden. Alleen de hockeyclub van Amsterdam, uit 1892, was nog op tijd.”
Boxershort


2 DSHC-team uit 1925

Het grootste succes voor de DSHC was het Nederlands kampioenschap in 1958. ,,Het herenteam dat toen kampioen werd is sinds die tijd behoorlijk close. Ze zien elkaar nog minimaal twee keer per jaar”, vertelt Mijnlieff. ,,En tot een aantal jaren terug speelden ze ook één keer per jaar een wedstrijd tegen het team van Heren 1”, vult Moorrees aan. ,,Maar tegenwoordig spelen toch andere oud-leden tegen Heren 1 om de zogenaamde Piet Reedijk Bokaal.”

Het kampioensteam van ’58 was voltallig aanwezig tijdens het lustrumfeest en bewees daar zich ook nog een andere traditie te kunnen herinneren. ,,Bij het team van Heren 1 wordt er na elke wedstrijd een ‘Man of the match’ gekozen”, weet Bram Ledeboer, senaatspresident van het Corps. ,,Voor zijn prestaties krijgt hij een boxershort uitgereikt. Om die aan te kunnen trekken moet hij natuurlijk eerst zijn broek uitdoen. Terwijl hij dat doet, staat de rest van het team om hem heen en zingt het hockeylied. Tijdens de festiviteiten werd door het team van ’58 een onderbroek uitgereikt aan de man van de wedstrijd van die zaterdag.”

,,Het spelletje is sinds de tijd van het kampioensteam wel behoorlijk veranderd”, meent Mijnlieff. ,,De keeper van dat team had een bril, en daarover paste het keepersmasker niet. Dus tijdens wedstrijden had hij de bril niet op. Daardoor zag hij altijd pas op het laatste moment dat de tegenstander er aan kwam. Tegenwoordig is het spel door de invoering van kunstgras zo veel sneller dat dat niet meer zou kunnen.”

Maar nog steeds is de DSHC de meest succesvolle studenten hockeyclub. De teams van Heren 1 en Dames 1 spelen sinds twee jaar allebei in de overgangsklasse. Volgens Mijnlieff komt dat onder meer omdat de hockeyers vaak worden onderschat door hun tegenstanders. ,,Als teams tegen ons moeten spelen denken zij: ‘Delftse studenten, laten we hopen dt ze gisteravond een feest hebben gehad.’ Onze spelers zijn een stuk professioneler geworden. Alleen hebben de tegenstanders dat nog niet door. Misschien is dat wel ons sterkste punt.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.